Donderdag 23 november 2017
15.20
Bart komt aanrennen, ik vraag waar z'n tas is, hij tikt met
z'n hand tegen z'n voorhoofd en rent weer terug. Even later wandelend terug,
laatste stukje weer rennend: "kijk ik heb een bonk gekregen van
Liam", laat een blauwe reuzenknikker zien. Wat een mooie, heb je die
zomaar gekregen? "hij wilde 1 glitterstift van mij" Moet je jas niet
dicht? "nee ik heb het warm". Onderweg, we staan zoals gewoonlijk
voor de stoplichten te wachten, Bart doet z'n raam wijd open, doe maar dicht
Bart, 't is koud buiten. "Sophie komt eraan . . . dag Sophie!!! Sophie!! daaag!", Sophie komt met haar
moeder lopend langs en zegt aanminnig 'dag Bart'. Met een gelukzalig lachje
draait Bart het raam weer dicht: "Sophie zei dag terug . . . . . (leuk
hoor, heb je nog gelezen?) ja op de gang gelezen . . een zeemanboek . . een
heel leuk boek . . er liggen ook DD's, dat is het allerleukst", Bart
geeuwt. Een eindje verder: "ja heel even buiten gespeeld . . Rohan schopte
tegen mijn achterdijbeen . . ik zei dat ik het ging zeggen . . Rohan zei: ik ga
eerst . . ik ging wachten toen hij naar meester Wim ging . . . toen moest hij
naar binnen . . ja meester Wim had het gezien . . ik hoefde niks te zeggen, dat
is super de luxe". Bart geeuwt weer.
15.40
Thuis, koek en sap en babbelen: "nee nog steeds kern 4
. . we mogen niet met kern 5 . . ik kan kern 12 al lezen . . nog 1 dag naar
school dan gaan we met vakantie . . ik hoef maandag ook niet naar school . .
". Hé je nagel is zwart, "ja ik heb een pietenkamer gemaakt . . die is
af . . en de zak . . nu maak ik een pakjeskamer . . ".
Alles op, "mag ik op de tablet?" Bart heeft het
nog steeds warm en doet z'n blouse uit, ik voel aan z'n hoofd, niet echt heet.
Pakt de tablet en gaat spelen.
16.25
Tablet uit, Bart snuffelt in z'n kast en pakt de
bobo-puzzels, gooit alle stukjes door elkaar en zet de puzzels in elkaar. Na 20
min af en voorzichtig terug in de doos. "ik ga de torpedo's afverven . .
ik maak ook een rode". Ook klaar en dan nog even DD's lezen.
17.00
Tijd, snoepje kiezen en naar huis. Onderweg telt Bart de
fietsers zonder licht: "we zitten al op 8 . . . . daar rijdt het busje van
Arnout . . . ". Weer geeuwen en dan zijn we thuis.