Donderdag 14 april 2016
15.15
"Ik hoefde vandaag niet over te
blijven . . volgende week wel". Heeft het druk met dag zeggen,
'dag Bart', "dag Lin . . dag Denley", in de auto: draait
autoraampje open, "dag Sarah!", die zwaait. Doe je raampje
maar dicht Bart en pak even je riem. Onderweg zegt Bart niet veel,
kijkt rustig naar buiten, geeuwt veel, ik laat hem maar even.
15.30
Thuis, "nee ik hoef nog even niks
. . . oma mag ik een spelletje?" Ontdekt dat sommige spelletjes
nu open staan en andere weer op slot, probeert die nieuwe
racespelletjes een tijdje, dan een ander dat ik erop heb gezet:
engels leren. Bart zegt de woorden na, vindt het leuk. Na een ½ uur
stoppen en z'n mand afmaken, eerst versieren met glitters en stiften,
dan een hengsel knippen, alles vast nieten en klaar.
Nu wel sap en koekjes, haalt ze uit de
keuken met de step. Op de bank eten en even babbelen: "jouw
stofzuiger is erg zwaar hè? dus dan kan je niet zo vaak stofzuigen
(valt wel mee hoor, de stofzuiger rijdt op wieltjes) maar uit de
kelder tillen is wel erg zwaar (valt ook wel mee) en hoe doe je dan
de trap? (ik zet de stofzuiger op een tree, m'n been ervoor en dan
kan ik makkelijk zuigen) papa draagt altijd de stofzuiger als hij de
trap zuigt". Eet z'n koekjes op en dan: "met Sarah het
treintje delen, ik kreeg er maar 1, Ilse die was hulpje, die zei dat
ik er meer mocht maar Sarah zei dat ik dan teveel heb . . Ilse wist
niet wat ze moest zeggen . . . . vanmorgen moest ik werken, voor de
kerkdienst werken . . . weet ik niet meer . . . als de fakir op de
toeter blaast dan gaan de bloemen groeien . . . . hij kan op zijn
tapijt naar de overkant vliegen . . . ja de elfjes waren heel mooi .
. . ". Sap op en Bart pakt een tip-boek, we lezen.
16.40
Bart weet weer niks te doen, ik hak de
knoop door: je kunt me even helpen de plantenbakken leeg te gooien,
"welke? (die op het balkon) met die uitgebloeide planten?".
Plannetje lukt en we gaan naar buiten, hèhè. Samen kiepen we de
plantenbakken leeg in de kit, "we kunnen het moestuintje nu wel
doen", nee daar is te weinig tijd voor, over een kwartier ga je
naar huis, "jammer", als je er volgende week weer bent dan
moet je niet op de tablet gaan spelen, dan hebben we tijd genoeg voor
het moestuintje, nu kunnen we nog wat onkruid weghalen. Bart pakt z'n
schaar en we gaan aan de slag, hij haalt ook emmer en teil. Bart
herkent nu zevenblad, knipt het af zodat het de volgende keer rijp is
om weg te branden. Ruud: 'dag Bart, dan buurvrouw', Bart: "we
halen onkruid weg . . zevenblad . . dat groeit overal in de tuin".
Dan is het tijd om op te ruimen en naar binnen te gaan: "oma het
is bijna 5 uur, de wijzer staat bijna op de 5".
17.00
Onderweg: "wat staat er op jouw
huis?", rivendel, "waarom heb je dat erop?" omdat ik
dat leuk vind, het betekent laatste huiselijke huis. "een keer
was de hele zomer regen (ja en toen bleven we toch in de caravan) de
weerman wist dat toen nog niet (nee want er waren nog geen
satelieten) wat is een sateliet? (ik leg het uit) dan kunnen ze door
de wolken heenkijken (precies) waar was jouw caravan? (in een groot
stuk bos, er kwamen geen andere mensen en auto's) alleen lullie
konden de weg vinden". Dan zijn we thuis.