20160114 - Dagboek Omadien

15.15

Gelukkig even droog en kleuters komen naar buiten: "de stoelen moesten op de tafels . . niet eronder . . met de poten omhoog (?), weet ik niet, moest van de juf . .  Daan's moeder was overblijfjuf, ja was leuk,  ja we gingen even naar buiten maar toen ging het spetteren en toen moesten we gelijk weer naar binnen . . buurman en buurman gekeken".

In de auto: "ging over bekers . . limonade . . . op een heleboel zwarte knopjes drukken . . (Bart babbelt door maar de helft versta ik niet want het klettert pijpestelen) . . licht ging ook aan . . . water bij . . ", de regen hamert op de autoramen: "verschillende kleven aan elkaar . . dan trekken ze aan elkaar . . (wie?????) de regendruppels", (Bart bestudeert het natuurfenomeen op de autoramen), o juist. Dan weer: "1 buurman had ineens maar vier vingers . . die met de gele trui . .". Dan zijn we bij de garage, kletterbui gelukkig over.

15.35

Thuis. Bart gaat direct met z'n eettafelstoel schuiven, wat doe je nou? "Ik zet mijn stoel dichter bij jou", ik schiet in de lach, maar je hoeft hier niet meer te eten, dat heb je op school al gedaan bij het overblijven, weet je nog? Bart kijkt schaapachtig, hij zat nog in de oude routine. Kom we gaan koekjes eten en sap drinken, we halen het samen in de keuken. Op de bank smikkelen en kletsen: "op school hebben we ook moffel en peertje . . dat zijn 2 varkentjes . . . maar die hebben we nog niet gekeken . . 1 is met zwarte strepen en een kort staartje". Dan klettert het weer tegen de ramen, hè jakkie, ik geloof dat het hagelt, "ik ga even kijken . . ja! ik zie de korreltjes op het balkon", Bart bekijkt even de stuiterende hagel en komt dan weer naast me zitten. Ik hoop niet dat het gaat sneeuwen, "dan kunnen we sleeën", ja dat wel maar dan is het ook heel glad, "net als ijs . . dan ga je gauw vallen . . boem!" ja precies, heb je nog gewerkt op school? "Ja bomen gemaakt . . over de winter en voorjaar en lente en herfst", voorjaar en zomer bedoel je, voorjaar en lente is hetzelfde, "ik zei ook zomer", nee hoor je zei lente, "nietes! . . . over de kleuren van de blaadjes . . in het voorjaar hebben ze bloemetjes . . en in de zomer zijn ze groen . . en in de herfst heb je veel kleuren nodig, bruin en roze en rood . . in de winter hebben ze geen blaadjes".

15.50

Bart is uitgekletst en kijkt vanuit z'n ooghoeken naar de boekenkast, waar kijk je naar? Hij begint te grijnzen en fluistert: "spelletjes", vooruit maar, zet de tablet maar op je tafel. Speelt eerst duplotrein, dan racen met Thomastrein (reactiesnelheid). Dat doet hij heel fanatiek, iedere keer als hij gewonnen heeft, klikt hij gauw de trofee weg om verder te kunnen racen.

16.25

Laatste spelletje Bart! Klaar, hij ruimt de tablet op en pakt z'n verfspullen. Schildert 5 min. met oranje, geel, roze en blauw: "dat is water . . klaar", niks hoor, de bladzij is nog een groot stuk leeg, kun je geen boom maken? "Dan heb ik bruin nodig", kun je zelf maken met oranje, groen en blauw. Bart mengt: "dat is lichtbruin", ja en prima voor een boom. Hij maakt een stam: "klaar", tuurlijk niet, een boom heeft ook takken, tegen die logica kan Bart niet op: "die doe ik met groen", maakt takken, "en ook blaadjes met groen", mooi hoor! "klaar", nee er is nog een heel stuk wit, je kunt nog een zon maken met geel. Ook dat lukt en dan is Bart's artistieke bron opgedroogd en bladzij redelijk vol. Prachtig gemaakt! Dan nog even een stickerpuzzel plakken en een snoepje eten. Tijd.

17.00

Naar huis, onderweg: "Sara van mijn school heeft 8 prikjes gehad . . 8 naaldjes in haar velletje . . dat deed erg pijn . . . om te kijken of ze al-ler-gisch was . . weet je waar ze al-ler-gisch voor is? (nou?) voor honden en  . . (ik hoor het niet, weer een kletterbui)  . . . oma weet je waarom er streepjes bij de deuren staan? (nee) . . . . en . . . . . scharnieren . . . . ". Dan zijn we thuis.