Main menu:
Donderdag 27 maart 2014
11.25
Bart zit met een ander kindje naast een juf die uit een boekje van kikker voorleest maar stormt direct langs me heen naar de gang zodra ik binnenkom. Even terug Bart, even dag zeggen, helpt niet, hij staat al bij z'n jas. We lopen langs de sloot naar de auto: "watehoen, zie je dat? sote meekoet". In de auto is hij opvallend stil en leunt met een wit toetje tegen de rugleuning. Pas bij de bouwplaats hoor ik hem weer: "hijskraan op auto, zie je dat?", weer een tijd stil, "daa is pallek, daa kunne we naa toe, wahhant is seen boom omsewaaid hè oma?", nee nu niet, "whom?", het heeft niet gestormd, "whom? . . . . tee busse!!", weer stil.
11.45
Thuis, MM begint, Bart kijkt achterover geleund op de bank, moe. Ik ga ondertussen gauw brood smeren, bang dat hij straks te moe is om te eten. Onder het kijken laat Bart zich lekker voeren, leunt wel voorover voor een nieuwe hap, wil geen toet of appel. Na 1½ boterham wordt hij wat actiever, pakt een folder van de grond: "ik wiw dese knippe", straks, eerst even blijven zitten en eten. Bart eet verder zelf de boterham op terwijl we de plaatjes in de folder bekijken en uitzoeken wat hij straks gaat knippen, drinkt ½ yogho. Opruimen, Bart gooit leeg melkpak in de vuilnisemmer op balkon: "ik wiw op balkon blijve". Ik doe het hek voor de trap en Bart gaat springen: "bonze, hoor je dat oma?". Pakt even later de loopauto uit de kamer en racet heen en weer, botst aan beide kanten tegen de muur. Rijden maakt een lekker geluid op de planken. Dan: "waa kan ik nos mee mee spele buite?" Wat denk je van auto's? Bart pakt er 1, laat die even rijden en stopt hem dan in een plastic zakje: "sa ik voo jou inpakke". Dan weer heen en weer racen: "ik sa supesnel oma! . . . . . ik wiw naa benede op de slijbaan". Vanmiddag weer, we gaan nu eerst schone luier aan doen en dan ga je even slapen, "ik ben niet moe", nou dat dacht ik wel. Op de bank verschonen, je hebt een plasje in je luier, "ja, ik heb ook seplast op de wc, bij de beesteboel, da zijn ook papietjes om je hande af te drrrrroge". Opruimen, beesten pakken en naar boven, Bart draait op z'n buik onder z'n dekbed, lig je lekker? "jaaa", hij geeft een diepe zucht. Ik hoor nog 1 x het muziekje.
13.15
Stil.
15.50
Bart ligt nog te doezelen, rustig aankleden en dan voor het raam de "hooswehkes" achter bespreken. Beneden drentelt Bart wat door de kamer, komt bij me staan: "saan we naa het parrk?", eerst even je yogho opdrinken. Hmmm, da's duidelijk een tegenvaller en meneertje hervat z'n gedrentel door de kamer. Na een paar minuten komt hij toch maar naast me zitten en begint te drinken, na 10 min. is het pakje leeg en gaan we brood kruimelen in de keuken. Dan naar de auto, bij het park staat een hakselaar met veel lawaai takken te vermalen. We parkeren een eindje verder, daar is het lawaai iets minder en Bart staat het apparaat een tijdje te bewonderen: "die wiw ik ook, voo mijn vuhjaadag", dat moet je maar even aan papa vragen. Dan het park in, eenden brood geven. Als die een beetje al te opdringerig worden en naar de stukjes brood happen, wordt Bart een beetje pieperig: "ze happe in mijn hande". Geef dat hert maar brood, die hapt niet. Baasje geeft voorzichtig stukjes brood en vertelt glunderend: " hegt sing rrruike aan mijn hand, zag je dat?" Krijgt dan de 'restaurantpoes' in de gaten, rent er naar toe "hai poes!". Laatste stukjes brood aan de herten, hij vindt de happende eenden maar niks, klimt dus boven op een bank. Kom maar dan gaan we boten kijken, we gaan op weg naar de Vliet. "Ik heb een steentje in mijn soen", bij een bankje klop ik z'n schoenen uit, geen steentjes, hmm, en er zijn ook geen boten te zien: "zijn seen bote!". Even verder begint Bart te jengelen: "ik wiw daa naa het pallek, naa die pallek". Daar gaan we ook naar toe, maar dan moeten we wel hierlangs lopen. Bart maakt huilgeluiden, maar produceert geen traantjes, ik probeer hem zo goed mogelijk af te leiden door muziektent, stokken, narcissen aan te wijzen. Het helpt maar half. Dan zijn we terug bij de dieren, Bart klimt op een tafel en ik help hem eraf springen, steeds weer, en Bart geniet, geen spoor meer van gemekker. Dan hoor ik de kerkklok 5 uur slaan, oei, gauw naar huis Bart, papa komt je zo halen. Op het bruggetje ziet Bart in de verte een grote boot varen en rent de brug af: "kom oma, daa is een boot, kom kijke!!". Neenee, als we bij het water zijn, is de boot al lang weg, kijk es hoe hard hij vaart. Kom maar op het randje van de brug staan dan kun je het ook goed zien. Als de boot weg is: "ik wiw naa huis, kom naa de auto". Bart zakt ineens weer in en in de auto zit hij weer met een wit bekkie achterovergeleund.
17.20
We rijden het biggepad in, voor het huis staat papa al op het fietspad op het punt om over te steken, zodra Bart dat ziet: "papa, ik zit nos in de auto!". Auto in de garage en dan naar binnen, nog even wat drinken, Bart slobbert wat sap. Wordt dan een beetje stuiterig: "ik wiw muziek make", volgende week weer, we gaan zo naar huis. Daar is meneertje het niet mee eens en begint de wegpuzzel uit elkaar te halen: "deze stuk make". Hoogste tijd om in te pakken!
17.45
Op de fiets naar huis.